
Jurisprudentie
AF0052
Datum uitspraak1999-05-19
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers99/4R
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers99/4R
Statusgepubliceerd
Indicatie
Normale schuldsaneringsregeling, echter looptijd 5 maanden vanwege voorafgaand spaarfaillissement.
Uitspraak
Arrondissementsrechtbank te Almelo
enkelvoudige kamer
Bij vonnis van deze rechtbank en kamer van 13 januari 1999 is het (op 7 augustus 1996 uitgesproken) faillissement van hierna genoemde X. beëindigd en gelijktijdig de definitieve toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
X.,
geboren op ... te ...
wonende: P.
Op 19 maart 1999 is ten overstaan van de rechter-commissaris in deze schuldsanering een verificatievergadering gehouden. Tijdens die vergadering zijn de ingediende vorderingen geverifieerd en is het door X. voornoemd, ingediende ontwerp saneringsplan besproken.
Bij vonnis van 31 maart 1999 heeft de rechtbank bepaald dat de schuldsanering wordt voortgezet, het saneringsplan vastgesteld en bepaald dat de termijn gedurende welke de toepassing van de schuldsanering van kracht is wordt vastgesteld op 18 weken te rekenen vanaf de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 19 mei 1999.
De reguliere duur van de toepassing van een wettelijke schuldsanering is drie jaren. Gelet op de omstandigheid dat X. een inkomen ingevolge de Algemene Bijstandswet ontvangt kan van haar, gelet op het bepaalde in artikel 295 Fw verwacht worden dat zij gedurende drie jaar f. 2.115,00 spaart ten behoeve van haar gezamenlijke schuldeisers.
Direct voorafgaand aan deze schuldsanering heeft X. echter (sedert 7 augustus 1996) in staat van faillissement verkeerd. Ook gedurende haar faillissement was zij aangewezen op een uitkering ingevolge de Algemene Bijstandswet. Gedurende dat faillissement heeft zij al, geheel vrijwillig, van deze inkomsten in totaal f. 10.000,00 in de faillissementsboedel gelaten ten behoeve van haar gezamenlijke schuldeisers.
De rechtbank is van oordeel dat de inspanningen die de schuldenares ten behoeve van haar schuldeisers heeft verricht in afwachting van de invoering en toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, dienen te worden meegewogen bij de beoordeling van de aansluitend uitgesproken toepassing van de wettelijke schuldsanering. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de schuldenares niet in de nakoming van één of meer uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtingen is tekort geschoten en zelfs ruimschoots heeft voldaan aan haar uit de wet voortvloeiende inspanningsplicht jegens haar gezamenlijke schuldeisers om boedelactief te verwerven.
Daarom dient de toepassing van deze schuldsanering op kortere termijn dan de reguliere drie jaar te eindigen. Deze toepassing van de schuldsanering zal van rechtswege zijn beëindigd zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden. Door die beëindiging is een vordering ten aanzien waarvan de schuldsanering werkt, voorzover deze onvoldaan is gebleven, niet langer afdwingbaar, onverschillig of de schuldeiser in de schuldsanering is opgekomen en onverschillig of de vordering is geverifieerd.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.
Beslissing
De rechtbank:
· stelt vast dat de schuldenares: niet in de nakoming van één of meer uit de schuldsanering voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
· stelt het bedrag van het salaris van de bewindvoerder vast op fl 200,= (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dat bedrag ten laste van de schuldenares;
· stelt het bedrag van de publicatiekosten vast op f. 937,23 en brengt dat bedrag ten laste van de schuldenares;
Gewezen door mr A. R. van de Winkel, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 mei 1999 in tegenwoordigheid van de griffier.